Het is zo’n lekker pakkend beeld: een ladder. Simpel in al zijn eenvoud, kraakhelder in zijn betekenis en, nou ja, ook best wel een lekker ding om vast te pakken, toch? Bijvoorbeeld om stevig te planten in je aanpak van participatie. Heerlijk instrumenteel. En zo zag de participatieladder het licht. Om precies te zijn in 1969 en wel door de Amerikaanse sociaal wetenschapper Sherry Arnstein. Haar ladder is een van de oudste en bekendste modellen over participatie. Iedere trede verbeeldt een niveautje hoger van inspraak; van informeren tot meebeslissen. Zet ‘m tegen de berg die participatie soms kan lijken en de beklimming voelt al een stuk behapbaarder.
We zeggen het maar meteen: bij ons staat de ladder in de schuur. Sorry, Sherry. Prima voor het lappen van je ramen, maar je inwonersparticipatie poets je er niet mee op. Niet meer, tenminste. De samenleving is een stuk dynamischer geworden. Inwoners anno nu willen geen positie op een trede. Ze willen meedenken als het hen raakt, meebeslissen als het logisch voelt, of (heus) met rust gelaten worden als het hen niets doet. En dat allemaal… door elkaar heen.
Tijd dus voor een ander beeld.
Want die ladder heeft een naar trekje in zich: hij is hiërarchisch. En, leer ons de participerende medemens kennen, hoger klinkt natuurlijk altijd als béter. Is dat dan niet zo? Euh, nee. Het is wél het instantrecept voor teleurstellingen. Want we zagen inmiddels al gemeenteraden schermen met hun wens ‘altijd participatie op het hoogste niveau’ in te zetten. Inwoners die verbouwereerd waren dat ze niet met de hele gemeenschap mochten meebeslissen of een gemeente haar wettelijke taakvoor asielopvang vervult of niet.
Dat leidt tot kramp: uitgebreide participatietrajecten waar niemand op zit te wachten. Of – nog pijnlijker – trajecten waar inwoners wel tijd en energie in steken, maar waar niks mee gedaan wordt.
Bij Richtingmakers geloven we dat participatie geen doel is (laat staan een vinkje), maar een middel om richting te vinden. En die richting bepaal je samen. Waar de ladder participatie reduceerde tot een instrument, zien wij participatie meer als een relatie. Een gesprek.
Waarbij je luistert als het nodig is, uitnodigt als het waarde toevoegt en samenwerkt als dat écht van meerwaarde is. Niet de trede, maar de kwaliteit van het gesprek bepaalt dan of participatie geslaagd is.
En dan zie je ineens: participatie hoeft niet altijd groot, lang of diep. Soms is een goed geplande lunchwandeling door de wijk waardevoller dan tien avonden in een zaaltje. En soms betekent goed participeren: even níet vragen, maar juist doen wat al bekend is.
In plaats van treden, denken wij liever in parallelle banen. Zoals we deden voor gemeente Vlaardingen. Met op die banen ook precies verbeeld wat participatieruimte ook betekent: meer invloed voor inwoners? Dan vraagt dat van hen ook meer inzet en energie. En meer durf om los te laten van het bestuur. Die transparantie levert zoveel meer op: vertrouwen in het proces omdat dat helder is, flexibiliteit door steeds te kunnen bijsturen en inwoners die het gevoel hebben dat ze ertoe doen, zonder dat ze zich een ladder op hoeven vechten.
Dus: laat die ladder gerust in de schuur. (Not sorry)
Wil je samen een route uitstippelen die wél past bij jouw organisatie en inwoners? We denken graag met je mee!
